Pierre is veertien jaar als de Eerste Wereldoorlog begint. Hij ziet alle Franse mannen weggaan uit het dorp om tegen de Duitsers te vechten. Ook zijn vader vecht mee. Pierre wil zijn land ook verdedigen. Maar hij is te jong.

Pierre is lang voor zijn leeftijd. En sterk. Misschien kan hij liegen om in het leger te komen. Dan heeft hij valse papieren nodig. Pierre maakt een plan. Lukt het hem? En is vechten in de oorlog wel zo heldhaftig als hij denkt?

Ik sta aan de balie van het wervings-bureau.
Hier kunnen soldaten zich melden.
Een oudere sergeant kijkt verbaasd naar mij
en naar mijn papieren.
‘Ben jij Jerome De Ville uit Orléans?’, vraagt hij.
‘Daar geloof ik niets van. Heb je deze papieren soms gestolen?’
Op dat moment komt een andere militair bij hem staan.
Ik schrik. Het is kapitein Brissot.
De man die bij ons in de bakkerij is geweest
en dacht dat ik zestien was.
De man die mijn vader in zijn legerauto heeft weggebracht.