De 16-jarige Tessa moet omgaan met iets waar haar leeftijdsgenoten nog niet eens over nadenken: haar eigen dood. Ze ligt ongeneeslijk ziek in bed en denkt over haar leven. Wat wil ze nog meemaken? Wat kan ze nog ervaren voor ze sterft? En wil ze dat nog wel? Ja, besluit ze.

Daarom maakt Tessa een lijst met tien dingen die van levensbelang zijn. Ze wil vrijen, want ze wil voelen hoe dat is. En ook smoorverliefd worden, want dat hoort bij echt leven. Haar rebelse vriendin Zoey steunt haar, maar soms wordt ze boos. Dan vindt Zoey dat Tessa niet genoeg haar best doet. Tessa heeft haast. Dat blijkt wanneer Tessa samen met haar vader in het ziekenhuis is voor de uitslag van een nieuwe test…

‘O hemel’, zegt mam. ‘Je staat overal!’
Op alle rolluiken in High Street staat mijn naam.
Op de kiosk. Op de meubelwinkel. Op het Barbecue Café.
Ik sta op de stoep van de bank tot de babywinkel. Ik sta in een cirkel om de rotonde heen.
‘Het is een wonder’, fluistert mam.
‘Het is Adam’, zeg ik.
Mijn mobieltje piept. LEEF NOG. JIJ?
Adam heeft me beroemd gemaakt. Hij heeft mijn naam op de wereld gezet.  Ik voel me ongelooflijk gelukkig.