Markt of meer van hetzelfde?

Het kan door Lubach komen, maar laaggeletterdheid en de onwil van de jeugd om een boek open te slaan, staan weer hoog op de maatschappelijke agenda. Dat is winst. De vraag is nu wat de volgende stap zal zijn.

De ministers Slob en Van Engelshoven gaven vorig jaar met de aankondiging van een Leesoffensief al een voorzet, naar aanleiding van de beroerde cijfers in het PISA-rapport. De overheid zou er een stevig beleid op gaan zetten. Dat was voor een aantal organisaties aanleiding om – verenigd in de Leescoalitie – de bal aan te nemen en terug te tikken naar de ministers.

‘Met alle partijen’, schrijven de verantwoordelijke bewindspersonen, ‘zorgen we dat het Leesoffensief de doelgroepen bereikt waar het probleem het meest urgent is.’ Dat begint met een nieuw curriculum voor de scholen. Vervolgens is het stimuleren van leesplezier aan de beurt. En er komt een ‘actie-agenda met maatschappelijke partners’.
Wie die partners zijn, staat er niet bij, maar laat zich raden. Nederland beschikt nu eenmaal over een aantal gevestigde clubs die aan leesbevordering en het tegengaan van laaggeletterdheid doen. Zelfstandig, maar in wezen uitvoerders, dan wel aangevers, van het Haagse beleid.
Dat beleid heeft zich de afgelopen jaren gekenmerkt door veel goede bedoelingen. De ene na de andere campagne werd opgezet, vrijwilligers en BN’ers liepen zich daarvoor de benen uit het lijf. Hartverwarmend, en ik ben honderd procent voor. Alleen vallen de resultaten na al die jaren enigszins tegen.

Onverbeterlijke optimisten zeggen dan dat het zonder al die activiteiten nog veel en veel erger zou zijn geweest. Zwartkijkers mompelen iets over weggegooid geld. Wie het weet, mag het zeggen.

Wat we naar mijn idee niet zouden moeten doen, is kiezen voor ‘meer van hetzelfde’. Dus voor veel geld nieuwe projecten optuigen. Projecten met ruime financiering die wederom bij de hierboven genoemde clubs worden neergelegd, en die in feite het werk van andere organisaties op een oneerlijke manier beconcurreren. En dat is ook helemaal niet nodig. Als de ministers voorbij de dichte haag organisaties op het gebied van leesbevordering en taalachterstandbestrijding kijkt, zullen ze zien dat er al jarenlang goede dingen op de markt worden gebracht door partijen die wat verder weg staan. U mag raden welke ik bedoel.

De ministers wijzen daar zelf ook al op:
‘We hebben gemerkt dat er ook veel partijen zijn die graag meer aandacht willen voor leesvaardigheid en leesplezier, en daarom ook zelf al volop aan de slag zijn gegaan. Kennis om aan de slag te gaan met leesvaardigheid en leesmotivatie is er voldoende.’

En niet alleen kennis, maar ook veel ervaring. Zoals de ervaring die wij als uitgeverij hebben opgedaan met onze uitgaven voor laaggeletterden. Uitgaven die niet meer uit het onderwijs zijn weg te denken. Wie daar – binnen en buiten de Leescoalitie – gebruik van wil maken, is meer dan welkom.

Volg Eenvoudig Communiceren via TwitterLinkedIn en Facebook